1955 – 1956

Het derde opeenvolgende gloriejaar, waarin op bijzondere overtuigende wijze het afdelingskampioenschap behaald werd. Hoewel er maar enkele weken tussen de beslissingswedstrijd tegen Quick Boys en het begin van de nieuwe competitie lagen, was er van vermoeidheid geen sprake. De eerste wedstrijd, thuis tegen Kennermerland, eindigde in een 7-1 overwinning, terwijl een week later Huizen met 3-0 verslagen werd. Na 9 wedstrijden had men 17 punten verzameld en de voorsprong op nummer twee, Huizen, bedroeg toen al 3 punten. Ook Spakenburg werd aan de zegekar gebonden en eind november was IJsselmeervogels de duidelijke titelkandidaat. In april werd na een 2-0 zege op OSO de titel binnengehaald.
Met ARC, Genemuiden, Quick Boys en Harkemase Boys moest vervolgens om de zaterdagtitel gestreden worden. Aanvankelijk verliep de strijd naar wens. Dankzij een hattrick van Jaap Koelewijn werd Quick Boys met 3-0 verslagen. Tegen ARC werd een moeizame 2-1 overwinning behaald. Inmiddels had ook Genemuiden beide wedstrijden gewonnen. Een week later werden de Boys uit Harkema met 8-1 verpletterd en daar gelijktijdig Genemuiden met 4-1 van Quick Boys verloor, zag het er allemaal gunstig uit. Op de 7e juli werd de strijd plotseling spannend. Genemuiden won op eigen terrein van IJsselmeervogels (3-0) en Quick Boys versloeg ARC met 4-1. IJsselmeervogesl, Genemuiden en Quick Boys hadden na 4 wedstrijden elk 6 punten. Aan rusten dacht men in de vijftiger jaren niet, want tussen de bedrijven door werd bij plaatsgenoot Spakenburg voor de derde achtereenvolgende maal het ‘Zilveren Paling Toernooi’ gewonnen.
De kampioensstrijd bracht daarna een enorme verrassing. Genemuiden werd door ARC, dat zelf kansloos was, met 5-2 verslagen. Quick Boys werd vervolgens met 3-1 verslagen door de Vogels, zodat opnieuw de bovenste plaats op de ranglijst bereikt werd. Het werd weer augustus, voordat de ontknoping kwam. Op eigen veld moest de strijd aangebonden worden met Genemuiden en dat leverde, onder het toeziend oog van 3000 toeschouwers een verdiende 2-1 zege op.
De eindstand:

IJsselmeervogels 8 7 0 1 14 28-10
Quick Boys 8 5 0 3 10 23-17
Genemuiden 8 4 0 4 8 25-20
ARC 8 4 0 4 8 26-21
Harkemase Boys 8 0 0 8 0 12-46

Een pikant detail bij de wedstrijd tegen Genemuiden was, dat er niemand van het bondsbestuur aanwezig was. Minigeen ervoer dat als onsportief. Trouwens, men was in het gehele district West 1 slecht te spreken over de daden van de KNVB. Nog een berichtje uit die tijd: Het gemeentebestuur heeft IJsselmeervogels gewaarschuwd, dat tijdens wedstrijden het kleine hek niet meer open mag. Voor diegenen, die dit niet begrijpen: in die tijd werd er nog vemakelijkheidsbelasting geheven en bij de hoofdingang op het voormalige terrein aan de Oostmaat stond altijd een gemeentelijke controleur. Ook toen al lette de gemeente op de dubbeltjes.
Tijdens de kampioensreceptie op 18 augustus toonden meerdere sprekers zich verontwaardigd over het feit, dat er in West 1 geen tweede klasse ingesteld werd. In West 2 was dit wel het geval en de kampioen daar zou voortaan automatisch zaterdagkampioen zijn. Een club als IJsselmeervogels, die in drie opeenvolgende jaren duidelijk bewezen had zich met iedere tegenstander te kunnen meten, kwam niet meer aan bod. De verontwaardiging leefde uiteraard ook bij de clubs als Huizen en Spakenburg. Toen in 1950 voor de eerste maal om de algemene titel gestreden werd, kwam Huizen als sterkste uit de bus, evenals het jaar daarop. In 1952 was het Spakenburg. In 1953 Quick boys en in de jaren 1954, 1955 en 1956 IJsselmeervogels. Duidelijker kon de kracht van de topclubs uit West 1 niet bewezen worden. Door de verschillende districten is op bondsvergaderingen sterk geprotesteerd en tenslotte werd de concessie gedaan, dat in de komende jaren getracht zou worden ook in de overige districten tot een tweede klasse te komen. Het zou vier jaar duren, voordat het zover kwam en al die tijd moesten IJsselmeervogels en anderen met lede ogen toezien, hoe verenigingen uit West 2 landskampioen genoemd werden.