Jaren 68/70

1968 – 1969

Een seizoen, waarin weer een tweede plaats behaald werd. Thans echter bedroeg de achterstand op leider Excelsior Maassluis vijf punten. Spraakmakend in die competitie was de thuiswedstrijd tegen SHO. De Oud-Beyerlanders stonden na een half uur al met 0-2 voor door twee doelpunten van Reedijk. Nog voor rust kwamen de Vogels op gelijke hoogte door Bram de Graaf en Henk Koelewijn en kort na rust bracht Jan v/d Groep de stand zelfs op 3-2. SHO echter had de langste adem en nog drie doelpunten van Reedijk brachten de eindstand op 3-5.
De stand:

Excelsior Maassluis 20 13 7 0 33 36-18
IJsselmeervogels 20 11 6 3 28 48-29

1969 – 1970

Een spannend jaar. Na dit seizoen zou er een eerste klasse worden ingesteld. Uit elke tweede klasse zouden de vier bovenste clubs naar de nieuwe eerste klasse promoveren. In het verleden was zoiets meermalen voorgekomen en nooit had IJsselmeervogels er moeite mee gehad om zich bij de top te voegen. Trouwens, alle standen bewijzen dat overduidelijk. Een tweede plaats was meestal het minste dat werd behaald, veelal was het een eerste. In dat jaar echter ging IJsselmeervogels door ‘diepe dalen’ en toen de gewone competitie ten einde was, was men nog allerminst verzekerd van promotie. Men bereikte een vierde plaats, die gedeeld moest worden met VRC en Rijsoord.

IJsselmeervogels 1969 - 1970
IJsselmeervogels 1969 – 1970

Wat de competitie zelf betreft: Aanvankelijk zag het er allemaal vrij goed uit en toen eind maart, na een winterstop van drie maanden, de balans opgemaakt werd, stonden de Vogels op een derde plaats. De voorsprong op de nummers 4 en 5 was echter zeer klein en toen half april een 3-1 voorsprong op VVOG in tien minuten weggegeven werd, ontstond er een zekere ongerustheid. Half mei hadden zich al enkele clubs geplaatst, maar IJsselmeervogels was daar niet bij. Half mei moest de nacompetitie worden gespeeld. Daarbij werd bepaald, dat bij opnieuw gelijk eindigen het doelsaldo de doorslag zou geven. En dat was voor IJsselmeervogels niet bepaald gunstig. De wedstrijden moesten op neutraal terrein worden gespeeld. Op het terrein van DVS’33 speelde men gelijk tegen VRC (1-1). Een week later behaalden Rijsoord en VRC op het Quick Boys-terrein eenzelfde resultaat, zodat de laatste wedstrijd, IJsselmeervogels – Rijsoord, op het terrein van DOVO, de beslissing moest brengen. Half juni werd die wedstrijd gespeeld en door de Vogels met 3-1 gewonnen. Van de 20 ploegen, die promoveerden, was IJsselmeervogels de negentiende. Plaatsgenoot Spakenburg zou de twintigste zijn. Het was allemaal wel op het nippertje, maar het verblijf in de eerste klasse sinds dat spannende jaar heeft wel bewezen, dat IJsselmeervogels terecht in de hoogste afdeling terecht gekomen is.
Voordat er in de eerste klasse gestart werd, vonden er enkele vemeldenswaardige gebeurtenissen plaats. Jan Bos kon jubileren na een 25-jarig secretarisschap. De bekende trainer Jan de Rijk, terecht wel eens de ‘grossier in kampioenschappen’ genoemd, was vanaf 1952 onafgebroken trainer van de roodwitten, terwijl hij daarvoor, met enkele korte tussenpozen, vanaf 1942 met de Vogels bezig was. Bij zijn vertrek als trainer werd de hoop uitgesproken, dat hij als erelid een rol zou blijven spelen en die hoop is volledig bewaarheid.
Op de algemene ledenvergadering, er waren 180 leden aanwezig, werd Jan Bos herkozen, terwijl Aart Kok als nieuw bestuurslid zijn intrede deed.